We geven anderen wat we zelf verlangen
- maramahealth
- 16 aug
- 4 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 26 aug
Waarom we vaak het gevoel hebben dat we altijd maar geven en nooit ontvangen...

Julia voelde zich verdrietig. Er zat een zwaarte in haar borst en haar ademhaling ging moeizaam. Ze voelde de tranen in haar ogen prikken, klaar om elk moment over te lopen. Ze klemde haar kaken op elkaar en ademde langzaam uit. Nu was niet het moment. Ze kon later wel huilen, vanavond misschien, maar nu niet. Want als hij haar zou horen huilen, zou haar beste vriend naar haar toe komen. Om haar te knuffelen, om haar te troosten, precies zoals hij wist dat ze het nodig had.
En zelfs nu voelde een deel van haar de verleiding om toe te geven en de troost van zijn aanwezigheid te omarmen. Maar hoe kon ze dat van hem aannemen, zelfs als hij het zo vrij aanbood, als hij nog maar enkele momenten geleden zo duidelijk had gezegd dat hij alleen wilde zijn?
Ze voelde zich ellendig. Alles wat ze had gewild, was haar beste vriend troosten terwijl hij pijn had. Ze had hem willen laten zien dat hij er niet alleen voor stond, dat zij er voor hem was. Ze had hem willen omhelzen, steunen. Maar hij had haar weggeduwd. Hij had haar afgesnauwd. En uiteindelijk had hij haar gevraagd om te vertrekken.
Nu deed het pijn. Niet alleen omdat de afwijzing stak, maar ook omdat ze om hem gaf: als hij pijn had, had zij dat ook. Zo simpel was het.
Maar hoe kon ze hem helpen of steunen in zijn nood? Wanneer zij verdrietig is, wil ze niets liever dan omringd worden door geliefden, getroost worden, voelen dat ze niet alleen is. Maar hij had haar nu herhaaldelijk gevraagd om weg te gaan. Hoe kon ze hem laten voelen dat ze er voor hem was, als ze niet dichtbij mocht komen? Hoe kon ze gezelschap bieden of troosten, als ze gescheiden waren?
Moest ze hem dan echt in zijn eentje laten lijden? Was dat niet⦠wreed?
Ons eigen referentiekader
Hoe we ons gedragen naar anderen, wordt onvermijdelijk beĆÆnvloed door hoe wij de wereld waarnemen. Net als Julia gebruiken we vaak ons eigen kader van wat ānormaalā is om ons handelen vorm te geven.
Stel dat ik iemand ben die zich beter voelt door een knuffel van een geliefde, dan is de kans groot dat mijn eerste impuls, wanneer ik zie dat een geliefde zich rot voelt, is om die persoon óók een knuffel te geven.
Tegenwoordig handel ik misschien niet altijd meer op die impuls (wat die impuls ook mag zijn), omdat ik geleerd heb dat niet iedereen blij wordt van hetzelfde als ik. Maar er is een tijd geweest dat ik die troost meteen had aangeboden ā en dat het daardoor juist slechter kon gaan met die ander.
Tastbare en ontastbare cadeaus
We verlangen allemaal naar verschillende dingen in het leven. Sommige zijn materieel: eten, een plek om te wonen, misschien een boek, speelgoed of een telefoon. Omdat ze tastbaar zijn, kunnen we ze makkelijker benoemen.
Als ik een verjaardagscadeau moet kopen, zou ik niet snel het boek nemen dat Ćk altijd al wilde hebben. We weten dat we moeten zoeken naar iets wat de ander leuk of nuttig vindt. Soms is dat nog steeds lastig, omdat we niet altijd weten wat de ander wil, maar de intentie is er wel.
Bij ontastbare cadeaus ā liefde, vriendschap, steun ā gaat het vaak mis. We proberen het echt, maar net als Julia geven we de ander vaak, onbewust, wat we zĆ©lf het meest verlangen. Als we steun bieden, doen we dat volgens ónze definitie, omdat we niet weten wat steun voor de ander betekent. En zo ontstaan misverstanden.
We gebruiken misschien dezelfde woorden om te benoemen wat we nodig hebben ā āliefdeā, āsteunā, ārustā ā maar onze definities verschillen enorm.
Voel ik me getroost door een knuffel wanneer ik verdrietig ben? Dan is de kans groot dat ik anderen ook wil knuffelen als zij verdrietig zijn. Trek ik me liever terug als ik verdrietig ben? Dan zal ik eerder geneigd zijn de ander diezelfde ruimte te geven ā ook als die juist een knuffel wil.
Het gevolg: we voelen vaak dat we altijd maar geven en weinig terugkrijgen. En veel mensen voelen precies hetzelfde. Maar als zovelen geven, hoe kan het dan dat zo weinigen ontvangen?
De mismatch
Het antwoord is dat anderen ons net zo goed geven wat zĆj nodig hebben ā niet per se wat wij verlangen. Daardoor ervaren wij het niet als een cadeau. En omgekeerd herkennen zij ons gebaar ook niet als geschenk. Er is een mismatch. Zo hebben we allemaal het gevoel dat we veel geven en weinig krijgen.
Hoe kan het anders?
Het begint bij bewustwording. Vraag jezelf af:
Wat geef ik spontaan aan anderen?
Is dat ook wat ik zelf het meest verlang?
Welk terugkerend thema zie ik door mijn leven heen?
We weten vaak wĆ”t we willen ā liefde, steun, vriendschap, vrijheid, avontuur, familie, werk, succes, ... Maar kunnen we ook concreet beschrijven wat die dingen voor ons betekenen? Wat levert reizen je op dat je thuis niet vindt? Hoe en wanneer voel je je gesteund? Wat mis je als dat er niet is? Wat betekent geld voor jou, emotioneel gezien?
Als je die patronen eenmaal kent, kun je stoppen met automatisch reageren. Je luistert naar de ander, je kiest bewust wat je wilt geven. En vaak zul je merken dat het nog veel bevredigender is om de ander te geven wat hij of zij nodig heeft, in plaats van wat jij zelf verlangt.
Geef geliefden niet wat jij nodig hebt. Luister. Geef hen wat zĆj nodig hebben.

Opmerkingen